stille
- stil·le
- bn: stil bn met de uitgang -e
- zn m: afgeleid van stil bn met het achtervoegsel -e
- zn v/m: van Middelnederlands stille zn , een verkorting van stillecamere zn [1]
stille
- verbogen vorm van de stellende trap van stil
- ▸ Binnen de kortste tijd hadden we de stille kroeg volledig overgenomen.[2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stille | stillen |
verkleinwoord | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als mannelijk zelfstandig naamwoord.
de stille m
- (informeel), (ordehandhaving), (beroep) politieagent die geen uniform draagt en zodoende onherkenbaar is als agent
- ▸ Een collega naast mij gaf antwoord uit de grond van zijn hart: ja, het had hem boos gemaakt dat wij waren opgebracht en in de politiecoupé moesten zitten. De reactie volgde zonder aarzelen: de stille die ons had opgebracht had als speciale taak, het welzijn van buitenlandse reizigers in het oog te houden, ervoor te zorgen dat ze niet te vroeg uitstapten (lees: in kleine plaatsjes waar dat niet mag), en dat ze niet werden gemolesteerd of bestolen door inheemse reizigers.[3]
- (informeel), (persoon) iemand die niks zegt
- (figuurlijk) iemand die nooit aandacht vraagt, die probeert niet op te vallen
- ▸ ⧖ "A Blot in the Scutcheon," toont ons den trotschen edelman, Lord Tresham, wiens zuster Mildred zich aan Lord Henry Morton heeft gegeven, en in z'n binnenste worstelen de hoogmoed van z'n adel, en de liefde voor Mildred, terwijl zij de stille is, de berustende, met haar niet uitgesproken droefenis.[5]
- [1] spion, rechercheur
1. politieagent die geen uniform draagt en zo niet herkenbaar is als agent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stille | stillen |
verkleinwoord | stilletje | stilletjes |
- (verouderd) afgezonderde plaats waar men kan plassen en poepen
- Het verkleinwoord "stilletje" is minder verouderd.
- Het woord stille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stille" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Wim RavenEgyptisch dagboek in: Tirade., 310 jrg. 31 nr. 3 (mei/juni 1987), G.A. van Oorschot, Amsterdam, 301/302
- ↑ Weblink bron Salmagundi. in: De Gids., jrg. 15 deel 2 nr. 8 (augustus 1851), P.N. van Kampen, Amsterdam, p. 248
- ↑ Weblink bron H.W.P.E. van den Bergh van Eijsinga“De ziel der menschheid : Een boek van geestelijke waarden. 4e bundel” (1918), J. Ploegsma, Zeist, p. 238
- ↑ Weblink bron Eelco VerwijsSprokkelingen in: De taal- en letterbode., jrg. 6. nr. 3 (1875), De erven F. Bohn, Haarlem, p. 274/275
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be