stilletje
- stil·le·tje
het stilletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stil, afgezonderde plaats waar men kan plassen en poepen
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stille, afgezonderde plaats waar men kan plassen en poepen
- dim. tant. zitmeubel met een po
- stilleken (verouderde uitspraakvariant)
- Het woord stilletje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stilletje" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron E. Straat geciteerd door Maarten ’t Hart“Op de plee” (3 juli 1998) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be