analogie
- ana·lo·gie
- Afkomstig via het Latijnse analogia van het Oudgriekse ἀναλογία, dat weer een samenstelling is van ἀνά en λόγος (spraak, redenering) met het voorvoegsel ana- met het achtervoegsel -logie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | analogie | analogieën |
verkleinwoord | analogietje | analogietjes |
de analogie v
- een overeenkomst tussen twee verschillende zaken die bijv. kan dienen als basis voor een bepaalde redenering of vergelijking
1. een overeenkomst tussen twee verschillende zaken die bijv. kan dienen als basis voor een bepaalde redenering of vergelijking
- Het woord analogie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "analogie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ analogie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Liu Cixin“Het einde van de dood” (2021), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645835
- ↑ Ineke Sluiter“Socrates” (2016), Amsterdam University Press , ISBN 9789089646224
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
analogie
analogie v
- IPA: /analɔgɪjɛ/
- ana·lo·gie
- Afgeleid van het Latijnse analogia
analogie v
- Zie Wikipedia voor meer informatie.