Fratercula arctica   (papegaaiduiker)
  • (IPA in voorbereiding)
  • al·ken
  •  alk zn  met de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord alken
verkleinwoord

de alkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord alk
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (steltloperachtigen) Alcidae   een vogelfamilie van de open zee. De familie telt 24 soorten. Het verenkleed is grotendeels zwart van boven en wit aan de onderzijde. Ze hebben korte poten, hals en staart. Deze gedrongen zeeduikvogels hebben korte vleugels, die bij het onder water zwemmen als vinnen dienstdoen, maar om te vliegen zijn ze minder geschikt. Hun lichaamslengte varieert van 15 tot 75 cm



  • al·ken
Naar frequentie zeldzaam

alken

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van alke


  • al·ken

alken m

  1. (scheikunde) alkeen; onverzadigde koolwaterstofverbinding, verkregen uit ruwe olie door het kraken van alkanen met de algemene formule CnH2n


alken monbezield

  1. (scheikunde) alkeen; onverzadigde koolwaterstofverbinding, verkregen uit ruwe olie door het kraken van alkanen met de algemene formule CnH2n
Alkenen in het Tsjechisch

ethenpropenbutenpentenhexenheptenoktennonen