Ram
Niet te verwarren met: ram, RAM |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ram
Woordherkomst en -opbouw
- leenvertaling van Latijn Aries, geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.E
Eigennaam
Ram m
- (astronomie) sterrenbeeld van de dierenriem (tussen rechte klimming 1u44m en 3u27m en tussen declinatie +10° en +31°)
- (astrologie) teken van de dierenriem waar de Zon in staat van ca. 21 maart tot ca. 20 april
Synoniemen
Verwante begrippen
dierenriem | |||||||||||
Ram |
Stier |
Tweelingen |
Kreeft |
Leeuw |
Maagd |
Weegschaal |
Schorpioen |
Boogschutter |
Steenbok |
Waterman |
Vissen |
Vertalingen
2. teken van de dierenriem van 21 maart tot 20 april
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Ram | Rammen |
verkleinwoord | Rammetje | Rammetjes |
Zelfstandig naamwoord
de Ram m
- (astrologie) (metonymisch) iemand die is geboren in de periode waarin de zon in het sterrenbeeld Ram staat
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord Ram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gronings
Eigennaam
Ram
- (sterrenbeeld) Ram; sterrenbeeld van de dierenriem
Nedersaksisch
Eigennaam
Ram
- (sterrenbeeld) Ram; sterrenbeeld van de dierenriem