Heer
Niet te verwarren met: heer |
- Heer
- in de Bijbel, van Hebreeuws אֲדֹנָי (adonai) "heren"; de meervoudsvorm drukt vermoedelijk respect uit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Heer | - |
verkleinwoord | - | - |
de Heer m
- (religie) de christelijke aanduiding voor God
- Vanuit de vlammen wordt Mozes door de Heer aangeroepen. [1]
- (religie) vanuit het leerstuk van de Heilige Drievuldigheid ook gebruikt als aanduiding van Jezus Christus
- „Ter Linden is een markante christen die zegt dat bijbelverhalen wel waar zijn, maar niet echt gebeurd. Sommigen vinden dat dat niet kan, want dit is toch een festival waar verteld wordt dat Jezus Heer is. [2]
Het is gebruikelijk om in kleinkapitaal aan te geven als in de oorspronkelijke tekst het tetragrammaton JHWH gebruikt werd, soms wordt dan geen gebruik meer gemaakt van een beginhoofdletter H [3]. Hieronder geven we van deze gewoonte een beeld, dit houdt geen oordeel in over de juistheid of wenselijkheid daarvan.
- Heer
- heer
- Here (in de Statenvertaling)
- [1] Adonai (in het joodse geloof)
- [1] Eeuwige
- [1] God
- [1] Jahwe (in sommige rooms-katholieke bijbelvertalingen)
- [1] Lieve-Heer
- [2] jaar Onzes Heren
- De Heer heeft gegeven en de Heer heeft genomen.
1. de christelijke aanduiding voor God
De Heer heeft gegeven en de Heer heeft genomen.
|
- ↑ Zwier, G.J."Hel" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 106 nr. 77 (1 april 1993); p. 9 kol. 1; geraadpleegd 2016-09-27
- ↑ "Grensverleggend 17e Flevo Totaal Festival" in: Nederlands Dagblad jrg. 50 nr. 12788 (20 augustus 1994); p. 2 kol. 6; geraadpleegd 2016-09-27
- ↑ De godsnaam JHWH op de website nbv.nl; geraadpleegd 2015-10-12
- Het woord Heer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Heer
Heer o