A-toonladder
- A-toon·lad·der
- samenstelling van A en toonladder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | A-toonladder | A-toonladders |
verkleinwoord | A-toonladdertje | A-toonladdertjes |
- (muziek) een grotetertstoonladder met a als grondtoon
- Stijgend zijn de tonen van de A-toonladder: a, b, cis, d, e, fis, gis, a en dalend: a, gis, fis, e, d, cis, b, a.
- akkoord, begintoon, finalis, grondtoon, interval, leidtoon, majeur, mineur, slottoon, stamtoon, tonica
1. een grotetertstoonladder met a als grondtoon
- Het woord 'A-toonladder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.