zinken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van zinken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | zinken | te zinken | ||||||
toekomend | zullen zinken | te zullen zinken | |||||||
voltooid | tegenwoordig | zijn gezonken | te zijn gezonken | ||||||
toekomend | gezonken zullen zijn | gezonken te zullen zijn | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
zinkend | gezonken | ev. zink |
mv. verouderd zinkt |
zinke | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | zink | zinkt | zinkt | zinkt | zinkt | zinken | zinken | zinken | |
verleden (o.v.t.) | zonk | zonk | zonk | zonkt | zonk | zonken | zonken | zonken | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal zinken | zult/zal zinken | zult/zal zinken | zult zinken | zal zinken | zullen zinken | zullen zinken | zullen zinken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou zinken | zou zinken | zou(dt) zinken | zoudt zinken | zou zinken | zouden zinken | zouden zinken | zouden zinken | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gezonken | bent gezonken | bent/is gezonken | zijt gezonken | is gezonken | zijn gezonken | zijn gezonken | zijn gezonken | |
verleden (v.v.t.) | was gezonken | was gezonken | was gezonken | waart gezonken | was gezonken | waren gezonken | waren gezonken | waren gezonken | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gezonken zijn | zal/zult gezonken zijn | zult/zal gezonken zijn | zult gezonken zijn | zal gezonken zijn | zullen gezonken zijn | zullen gezonken zijn | zullen gezonken zijn | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gezonken zijn | zou gezonken zijn | zou/zoudt gezonken zijn | zoudt gezonken zijn | zou gezonken zijn | zouden gezonken zijn | zouden gezonken zijn | zouden gezonken zijn |