• IPA: /zar̝iːzɛɲiː/
  • za·ří·ze·ní
  • Afgeleid van het werkwoord zařídit met het achtervoegsel -ení
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord řízení met het voorvoegsel za-

zařízení o

  1. (techniek) apparaat; een door mensen gemaakt voorwerp dat is samengesteld uit verschillende onderdelen en een bepaalde functie heeft
  2. uitrusting; de beschikbaar gestelde voer-, vlieg- of vaartuigen, bewapening, gereedschappen en hulpmiddelen, om een taak uit te voeren
  3. faciliteit; een ruimte, klein bouwwerk of gepreppareerd oppervlak uitgerust om aan menselijke activiteiten of behoeften te voldoen
  4. voorziening, instelling; met een sociale functie
  5. het organiseren; de handeling waarbij iets geregeld wordt
  1. mechanismus monbezield, aparát monbezield, přístroj monbezield, ústrojí o
  2. vybavení o, vybavenost v, inventář
  3. organizace v, organizační jednotka v, instituce v, ústav monbezield, útvar monbezield
  4. vyřízení o, obstarání o, vyběhání o, zorganizování o, uspořádání o
  • bezpečnostní zařízení o – veiligheidsapparaat
  • bytové zařízení o – wooninrichting
  • chladící zařízení o – koelapparaat
  • sociální zařízení o

zařízení

  1. nominatief bezield mannelijk meervoud van zařízený
  2. vocatief bezield mannelijk meervoud van zařízený