• IPA: /uːstaʊ̯/

ústav monbezield

  1. instituut


  • ústav
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord stav met het voorvoegsel u-

ústav monbezield

  1. instituut
    «Hydrometeorologický ústav vydává dvakrát měsíčně třicetidenní předpověď počasí.»
    Het hydrometeorologische instituut publiceert twee keer per maand een weersvoorspelling van dertig dagen.
  2. (onderwijs) vakgroep, departement, sectie
  1. instituce v, institut monbezield
  2. katedra v

ústav

  1. genitief meervoud van ústava