vinyl
Niet te verwarren met: Vinyl |
- vi·nyl
- In de betekenis van ‘kunststof’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- afgeleid van het Latijnse vinum (wijn) met het achtervoegsel -yl [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vinyl | - |
verkleinwoord | - | - |
- (scheikunde) zachte kunststof
- vinylacetaat, vinylbromide, vinylchloride, vinylderivaat, vinylgroep, vinylplaat, vinylproduct, vinylverbinding
- Het woord vinyl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vinyl" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vinyl" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vinyl op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- (scheikunde) vinyl; ethenyl
- (muziek) grammofoonplaat, plaat; schijf van eboniet, kunsthars, pvc e.d., waarin geluidsinformatie in analoge vorm in een groef is opgenomen in de vorm van kleine horizontale en verticale afwijkingen
- IPA: /vɪnɪl/
- vi·nyl
- (scheikunde) vinyl; ethenyl
- (scheikunde) polyvinylchloride; zeer veel toegepaste harde thermoplast bekend onder de naam pvc
- (muziek) grammofoonplaat, plaat; schijf van eboniet, kunsthars, pvc e.d., waarin geluidsinformatie in analoge vorm in een groef is opgenomen in de vorm van kleine horizontale en verticale afwijkingen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | vinyl | vinyly |
genitief | vinylu | vinylů |
datief | vinylu | vinylům |
accusatief | vinyl | vinyly |
vocatief | vinyle | vinyly |
locatief | vinylu | vinylech |
instrumentalis | vinylem | vinyly |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.