vijfhonderdzesendertig

       
0 5 3 6
vijfhonderdzesendertig,
op een abacus
  • vijf·hon·derd·zes·en·der·tig

vijfhonderdzesendertig

  1. "536", het getal tussen vijfhonderdvijfendertig en vijfhonderdzevenendertig, vijfhonderd plus zesendertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderdzesendertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdzesendertig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdzesendertig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderdzesendertig vijfhonderdzesendertigs
verkleinwoord vijfhonderdzesendertigje vijfhonderdzesendertigjes

de vijfhonderdzesendertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 536 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderdzesendertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vijfhonderdzesendertigmv

  1. groep van 536 eenheden
    • Die vijfhonderdzesendertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.