vijfhonderdvijfenvijftig

       
0 5 5 5
vijfhonderdvijfenvijftig,
op een abacus
  • vijf·hon·derd·vijf·en·vijf·tig

vijfhonderdvijfenvijftig

  1. "555", het getal tussen vijfhonderdvierenvijftig en vijfhonderdzesenvijftig, vijfhonderd plus vijfenvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderdvijfenvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdvijfenvijftig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdvijfenvijftig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderdvijfenvijftig vijfhonderdvijfenvijftigs
verkleinwoord vijfhonderdvijfenvijftigje vijfhonderdvijfenvijftigjes

de vijfhonderdvijfenvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 555 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderdvijfenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vijfhonderdvijfenvijftigmv

  1. groep van 555 eenheden
    • Die vijfhonderdvijfenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.