vijfhonderdvierendertig
0 | 5 | 3 | 4 |
vijfhonderdvierendertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vijfhonderdvierendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvɛifhɔndərtˈfirənˌdɛrtəx / (7 lettergrepen)
- vijf·hon·derd·vier·en·der·tig
- samenstelling van vijfhonderd ht en vierendertig ht
vijfhonderdvierendertig
- "534", het getal tussen vijfhonderddrieëndertig en vijfhonderdvijfendertig, vijfhonderd plus vierendertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen vijfhonderdvierendertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdvierendertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdvierendertig" ht als linkerdeel
1. het getal 534
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vijfhonderdvierendertig | vijfhonderdvierendertigs |
verkleinwoord | vijfhonderdvierendertigje | vijfhonderdvierendertigjes |
de vijfhonderdvierendertig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 534 is aangeduid
- Als jij vijfhonderdvierendertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de vijfhonderdvierendertig mv
- groep van 534 eenheden
- Die vijfhonderdvierendertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'vijfhonderdvierendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.