vijfhonderdachtenzeventig

       
0 5 7 8
vijfhonderdachtenzeventig,
op een abacus
  • vijf·hon·derd·acht·en·ze·ven·tig

vijfhonderdachtenzeventig

  1. "578", het getal tussen vijfhonderdzevenenzeventig en vijfhonderdnegenenzeventig, vijfhonderd plus achtenzeventig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderdachtenzeventig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdachtenzeventig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdachtenzeventig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderdachtenzeventig vijfhonderdachtenzeventigs
verkleinwoord vijfhonderdachtenzeventigje vijfhonderdachtenzeventigjes

de vijfhonderdachtenzeventigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 578 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderdachtenzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vijfhonderdachtenzeventigmv

  1. groep van 578 eenheden
    • Die vijfhonderdachtenzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.