• ver·vreem·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord vervreemding vervreemdingen
verkleinwoord - -

de vervreemdingv

  1. (filosofie) het vervreemden, vervreemd worden of zijn (van mens en maatschappij)
  2. (juridisch) overdracht van het eigendom van een goed aan iemand anders, bijv. door verkoop, ruil of schenking
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]