Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·vreem·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vervreemding vervreemdingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vervreemding v [1]

  1. (filosofie) het vervreemden, vervreemd worden of zijn (van mens en maatschappij)
  2. (juridisch) overdracht van het eigendom van een goed aan iemand anders, bijv. door verkoop, ruil of schenking
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen