Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ver·vreem·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfvervreemding zelfvervreemdingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfvervreemdingv

  1. het zichzelf beleven als een vreemd wezen dat niet meer lijkt op het wezenlijke ik

Gangbaarheid