• Afgeleid van het Oudhoogduitse waga

váha v

  1. (natuurkunde) gewicht; de kracht die een voorwerp op zijn ondersteuning of ophanging uitoefent
  2. weegschaal
  • vá·ha
  • Afgeleid van het Oudhoogduitse waga

váha v

  1. (natuurkunde) gewicht; de kracht die een voorwerp op zijn ondersteuning of ophanging uitoefent
    «Za starších časů měla každá země své vlastní míry a váhy
    In vroegere tijden had elk land zijn eigen maten en gewichten.
  2. weegschaal
    «Baterie nejsou součástí váhy
    Batterijen zijn geen onderdeel van de weegschaal.
  3. (figuurlijk) gewicht; effect, hevigheid, belang
    «Jeho slovo má váhu
    Zijn woord heeft gewicht.
  4. (sport) gewichtsklasse