• li·chaams·ge·wicht
enkelvoud meervoud
naamwoord lichaamsgewicht lichaamsgewichten
verkleinwoord lichaamsgewichtje lichaamsgewichtjes

het lichaamsgewichto

  1. het gewicht van het lichaam
    • Britse kinderen eten jaarlijks eigen lichaamsgewicht in suiker [2] 
     Ik had in een totaal andere wereld geleefd, maar was ik dan ook echt veranderd? Fysiek wel, aangezien ik bijna 9 kilo lichaamsgewicht kwijt was geraakt en mijn ribben te tellen waren.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. www.nu.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers