uitvinden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van uitvinden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitvinden | uit te vinden | ||||||||
toekomend | zullen uitvinden uit zullen vinden |
te zullen uitvinden uit te zullen vinden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben uitgevonden | te hebben uitgevonden | ||||||||
toekomend | uitgevonden zullen hebben | uitgevonden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
uitvindend | uitgevonden | ev. vind uit |
mv. verouderd vindt uit |
vinde uit (bijzin) uitvinde | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | vind uit | vindt uit | vindt uit | vindt uit | vindt uit | vinden uit | vinden uit | vinden uit | |||
verleden (o.v.t.) | vond uit | vond uit | vond uit | vondt uit | vond uit | vonden uit | vonden uit | vonden uit | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitvinden | zult/zal uitvinden | zult/zal uitvinden | zult uitvinden | zal uitvinden | zullen uitvinden | zullen uitvinden | zullen uitvinden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitvinden | zou uitvinden | zou(dt) uitvinden | zoudt uitvinden | zou uitvinden | zouden uitvinden | zouden uitvinden | zouden uitvinden | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | uitvind | uitvindt | uitvindt | uitvindt | uitvindt | uitvinden | uitvinden | uitvinden | |||
verleden (o.v.t.) | uitvond | uitvond | uitvond | uitvondt | uitvond | uitvonden | uitvonden | uitvonden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitvinden uit zal vinden |
zult/zal uitvinden uit zult/zal vinden |
zult/zal uitvinden uit zult/zal vinden |
zult uitvinden uit zult vinden |
zal uitvinden uit zal vinden |
zullen uitvinden uit zullen vinden |
zullen uitvinden uit zullen vinden |
zullen uitvinden uit zullen vinden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitvinden uit zou vinden |
zou uitvinden uit zou vinden |
zou(dt) uitvinden uit zou(dt) vinden |
zoudt uitvinden uit zoudt vinden |
zou uitvinden uit zou vinden |
zouden uitvinden uit zouden vinden |
zouden uitvinden uit zouden vinden |
zouden uitvinden uit zouden vinden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb uitgevonden | hebt uitgevonden | hebt/heeft uitgevonden | hebt uitgevonden | heeft uitgevonden | hebben uitgevonden | hebben uitgevonden | hebben uitgevonden | |||
verleden (v.v.t.) | had uitgevonden | had uitgevonden | had uitgevonden | hadt uitgevonden | had uitgevonden | hadden uitgevonden | hadden uitgevonden | hadden uitgevonden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgevonden hebben | zal/zult uitgevonden hebben | zult/zal uitgevonden hebben | zult uitgevonden hebben | zal uitgevonden hebben | zullen uitgevonden hebben | zullen uitgevonden hebben | zullen uitgevonden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgevonden hebben | zou uitgevonden hebben | zou/zoudt uitgevonden hebben | zoudt uitgevonden hebben | zou uitgevonden hebben | zouden uitgevonden hebben | zouden uitgevonden hebben | zouden uitgevonden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm uitgevonden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt uitgevonden | er is uitgevonden | |||||||||
verleden | er werd uitgevonden | er was uitgevonden | |||||||||
toekomend | er zal uitgevonden worden | er zal uitgevonden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou uitgevonden worden | er zou uitgevonden zijn | |||||||||
lijdende vorm uitgevonden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitgevonden worden | uitgevonden te worden | ||||||||
toekomend | uitgevonden zullen worden | uitgevonden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | uitgevonden zijn | uitgevonden te zijn | ||||||||
toekomend | uitgevonden zullen zijn | uitgevonden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word uitgevonden | wordt uitgevonden | wordt uitgevonden | wordt uitgevonden | wordt uitgevonden | worden uitgevonden | worden uitgevonden | worden uitgevonden | |||
verleden (o.v.t.) | werd uitgevonden | werd uitgevonden | werd uitgevonden | werdt uitgevonden | werd uitgevonden | werden uitgevonden | werden uitgevonden | werden uitgevonden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitgevonden worden | zult uitgevonden worden | zult uitgevonden worden | zult uitgevonden worden | zal uitgevonden worden | zullen uitgevonden worden | zullen uitgevonden worden | zullen uitgevonden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitgevonden worden | zou uitgevonden worden | zou/zoudt uitgevonden worden | zoudt uitgevonden worden | zou uitgevonden worden | zouden uitgevonden worden | zouden uitgevonden worden | zouden uitgevonden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben uitgevonden | bent uitgevonden | bent/is uitgevonden | zijt uitgevonden | is uitgevonden | zijn uitgevonden | zijn uitgevonden | zijn uitgevonden | |||
verleden (v.v.t.) | was uitgevonden | was uitgevonden | was uitgevonden | waart uitgevonden | was uitgevonden | waren uitgevonden | waren uitgevonden | waren uitgevonden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgevonden zijn | zult uitgevonden zijn | zult uitgevonden zijn | zult uitgevonden zijn | zal uitgevonden zijn | zullen uitgevonden zijn | zullen uitgevonden zijn | zullen uitgevonden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgevonden zijn | zou uitgevonden zijn | zou/zoudt uitgevonden zijn | zoudt uitgevonden zijn | zou uitgevonden zijn | zouden uitgevonden zijn | zouden uitgevonden zijn | zouden uitgevonden zijn |