vond uit
- vond uit
vervoeging van |
---|
uitvinden |
vond uit
- enkelvoud verleden tijd van uitvinden
- Ik vond uit.
- Jij vond uit.
- Hij, zij, het vond uit.
- Ik vond uit.
- Het woord vond uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.