• vindt uit
vervoeging van
uitvinden

vindt (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvinden
    • Jij vindt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvinden
    • Hij vindt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvinden
    • Vindt uit!