tweehonderdzevenenzeventig

Nederlands

       
0 2 7 7
tweehonderdzevenenzeventig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·ze·ven·en·ze·ven·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweehonderdzevenenzeventig

  1. "277", het getal tussen tweehonderdzesenzeventig en tweehonderdachtenzeventig, tweehonderd plus zevenenzeventig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweehonderdzevenenzeventig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdzevenenzeventig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdzevenenzeventig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord tweehonderdzevenenzeventig tweehonderdzevenenzeventigs
verkleinwoord tweehonderdzevenenzeventigje tweehonderdzevenenzeventigjes

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdzevenenzeventigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 277 is aangeduid
    • Als jij tweehonderdzevenenzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

tweehonderdzevenenzeventig mv

  1. groep van 277 eenheden
    • Die tweehonderdzevenenzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid