tweehonderdvierentachtig
Nederlands
0 | 2 | 8 | 4 |
tweehonderdvierentachtig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: tweehonderdvierentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtˈfirənˌtɑxtəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- twee·hon·derd·vier·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tweehonderd ht en vierentachtig ht
Hoofdtelwoord
tweehonderdvierentachtig
- "284", het getal tussen tweehonderddrieëntachtig en tweehonderdvijfentachtig, tweehonderd plus vierentachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdvierentachtig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdvierentachtig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdvierentachtig" ht als linkerdeel
Vertalingen
1. het getal 284
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdvierentachtig | tweehonderdvierentachtigs |
verkleinwoord | tweehonderdvierentachtigje | tweehonderdvierentachtigjes |
Zelfstandig naamwoord
tweehonderdvierentachtig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 284 is aangeduid
- Als jij tweehonderdvierentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
tweehonderdvierentachtig mv
- groep van 284 eenheden
- Die tweehonderdvierentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderdvierentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.