tipsy
- tip·sy
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘aangeschoten’ voor het eerst aangetroffen in 1840 [1]
- uit het Engels [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tipsy | tipsyer | tipsyst |
verbogen | tipsyste | ||
partitief | tipsy's | tipsyers | - |
tipsy [3]
- van een persoon dat deze teveel alcohol heeft gedronken
- Eerste hoogtepunt op het vanmiddag begonnen North Sea Jazz: de flamboyante verschijning van de diva der diva's, Grace Jones (69). Ze oogde, geen verrassing , enigszins tipsy.[4]
- Tegen noentijd liquid lunch op het strand. Daarna op de Engelse vrouwtjes jagen want die zijn dan al lekker tipsy en roze als biggetjes.[5]
- Het woord tipsy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tipsy" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "tipsy" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ tipsy op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Stefan Raatgever 07-JULI-2017
- ↑ Volkskrant Arthur van Amerongen 10 april 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be