tester
- tes·ter
- naamwoord van handeling testen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tester | testers |
verkleinwoord |
de tester m
- iets of iemand die iets test of beproeft
- Mondelez Internation, het bedrijf achter Cadbury, Oreo en Milka zoekt maar liefst vier nieuwe proevers. De taken van de kersverse testers zijn vooral proeven en praten over smaak om het bedrijf verder te helpen bij de ontwikkeling van nieuwe producten.[2]
- een kleine hoeveelheid product die je gratis kunt gebruiken op te proberen
- Die uitspraak is opmerkelijk: twee weken geleden werd het ontslag van een Kruidvat-medewerkster in Rotterdam, die testers op haar eigen gezicht had gesmeerd, nog goedgekeurd.[3]
- [1] testapparaat, proever, onderzoeker, controleur
- [2] proefflesje, proefmonster
- [1] ademtester
- Het woord tester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tester" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 12 feb. 2018 Droombaan voor chocoladefanaten
- ↑ de Telegraaf DFT 30 jan. 2018 Rechter: ontslag om weggeven testers onterecht
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
tester
- IPA: /tɛstɛr/
- te·s·ter
- Leenwoord uit het Engels
- tester; iemand die iets test of beproeft
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
nominatief | tester | testeři | |
genitief | testera | testerů | |
datief | korte vorm | testeru | testerům |
lange vorm | testerovi | ||
accusatief | testera | testery | |
vocatief | testere | testeři | |
locatief | korte vorm | testeru | testerech |
lange vorm | testerovi | ||
instrumentalis | testerem | testery |
- tester, testapparaat; instrument of middel waarmee iets getest of beproefd wordt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.