takt
- takt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | takt | - |
verkleinwoord | - | - |
takt
- deel van een cyclus in een verbrandingsmotor
vervoeging van |
---|
takken |
takt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van takken
- Jij takt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van takken
- Hij takt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van takken
- Takt!
- Het woord takt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
takt m
- (muziek) maat, metrum; maat in de muziek
- tact; gevoel voor hetgeen in een (delicate) situatie passend is
takt m
- IPA: /takt/
- takt
- Afgeleid van het Duitse Takt
- (muziek) maat, metrum; maat in de muziek
- (muziek) ritme, tempo
- tact; gevoel voor hetgeen in een (delicate) situatie passend is
- (techniek) takt; deel van een cyclus in een verbrandingsmotor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | takt | takty |
genitief | taktu | taktů |
datief | taktu | taktům |
accusatief | takt | takty |
vocatief | takte | takty |
locatief | taktu | taktech |
instrumentalis | taktem | takty |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)