stekelige bosadder

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ste·ke·li·ge bos·ad·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stekelige bosadder stekelige bosadders
verkleinwoord stekelig bosaddertje stekelige bosaddertjes

Zelfstandig naamwoord

de stekelige bosadderv / m

  1. (reptielen) Atheris hispida   een giftige slang uit de familie Viperidae   (adders)
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie