Nederlands

 
serviesgoed
Uitspraak
Woordafbreking
  • ser·vies·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord serviesgoed
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het serviesgoedo

  1. (huishouden) verzamelnaam voor alle eetgerei, uitgezonderd het bestek, dat van porselein, aardewerk of een ander materiaal is gemaakt
     De afgelopen tijd vonden onderzoekers honderden munten, loden kogels en serviesgoed. Ook is inmiddels een houten waterput blootgelegd en zijn er stookplaatsen ontdekt.[1]
     De Staat beheert de ruim 3700 kunstobjecten die na de oorlog door de geallieerden zijn teruggebracht naar Nederland. Het gaat om schilderijen, tekeningen, meubelen, serviesgoed en tapijten.[2]
     De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) adviseert om serviesgoed dat is gemaakt van bamboe met melaminekunststof, zoals koffiebekers en kommen, niet meer te gebruiken.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Legerkamp uit Tachtigjarige Oorlog blootgelegd in Spijk” (02-06-2021), NOS
  2.   Weblink bron “Joodse gemeenschap krijgt geroofde kunst als eigenaren niet op te sporen zijn” (25-06-2021), NOS
  3.   Weblink bron “NVWA: stop met gebruik bekers en -kommen van melamine en bamboe” (15-02-2021), NOS