scriptie
- Geluid: scriptie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈskrɪpsi / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈskrɪp.si/
- scrip·tie
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘wetenschappelijk opstel’ voor het eerst aangetroffen in 1959 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scriptie | scripties |
verkleinwoord | scriptietje | scriptietjes |
de scriptie v
- een werkstuk over een onderzoek dat gemaakt wordt om een opleiding te kunnen voltooien
- Zij gaat haar scriptie schrijven over het sociale gedrag van garnalen.
- afstudeerscriptie, conscriptie, descriptie, doctoraalscriptie, inscriptie, masterscriptie, prescriptie, rescriptie
1. een werkstuk over een (literatuur-) onderzoek dat gemaakt wordt om een opleiding te kunnen voltooien
- Het woord scriptie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scriptie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "scriptie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ scriptie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be