sachertaart
- Geluid: sachertaart (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsɑxərˌtart / (3 lettergrepen)
- sa·cher·taart
- eponiem, leenvertaling van Duits Sachertorte, samenstelling van Sacher en en taart zn naar de 19e-eeuwse Oostenrijkse chocolatier F. Sacher die in 1832 de eerste sachertaart bakte, in de betekenis van ‘taartsoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1992 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sachertaart | sachertaarten |
verkleinwoord | sachertaartje | sachertaartjes |
- (voeding) ronde chocoladetaart, vervaardigd van chocolade, bloem, eieren, suiker, boter en abrikozenjam
- ▸ Bij elke verjaardag thuis maakte mijn moeder vroeger sachertaart.[3]
1.
- Het woord sachertaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ sachertaart op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "sachertaart" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Sam de Voogt“Sachertaart” (14 juli 2017) op nrc.nl