roeien
- roei·en
- In de betekenis van ‘met riemen een vaartuig voortbewegen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
roeien |
roeide |
geroeid |
zwak -d | volledig |
roeien
- ergatief, (scheepvaart) zich met behulp van roeispanen in een boot ergens begeven
- Hij was naar de overkant geroeid.
- inergatief (sport) een wedstrijdsport waarbij een bepaalde baan zo snel mogelijk roeiend [1] afgelegd moet worden
- Er wordt geroeid om het Europees Kampioenschap.
- peilen [3]
1.zich met behulp van roeispanen in een boot ergens begeven
- Het woord roeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roeien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "roeien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ roeien op website: Etymologiebank.nl
- ↑ roeien op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be