• te·rug·roei·en

terugroeien

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugroeien
roeide terug
teruggeroeid
zwak -d volledig
  1. door roeien terug gaan naar de plaats van vertrek
     We mochten niet meer dan een emmer vol vangen, je moest voorzichtig zijn met de voorraden van de natuur. Wanneer de emmer gevuld was, moesten we weer terugroeien.[1]
  2. (figuurlijk) teruggaan in de tijd
     Nee, er is op een gemeentebijeenkomst bewust gekozen voor een innovatief ontwerp. We willen niet terugroeien, maar vooruit.”[2]



  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Weblink bron
    W. H. van Egdom
    “Een futuristische kerk die zit als een oude jas” (25 oktober 2007), Reformatorisch Dagblad