repatriëren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van repatriëren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | repatriëren | te repatriëren | ||||||||
toekomend | zullen repatriëren | te zullen repatriëren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] gerepatrieerd | te hebben[1]/zijn[2] gerepatrieerd | ||||||||
toekomend | gerepatrieerd zullen hebben[1]/zijn[2] | gerepatrieerd te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
repatriërend | gerepatrieerd | ev. repatrieer |
mv. verouderd repatrieert |
repatriëre | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | repatrieer | repatrieert | repatrieert | repatrieert | repatrieert | repatriëren | repatriëren | repatriëren | |||
verleden (o.v.t.) | repatrieerde | repatrieerde | repatrieerde | repatrieerde | repatrieerde | repatrieerden | repatrieerden | repatrieerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal repatriëren | zult/zal repatriëren | zult/zal repatriëren | zult repatriëren | zal repatriëren | zullen repatriëren | zullen repatriëren | zullen repatriëren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou repatriëren | zou repatriëren | zou(dt) repatriëren | zoudt repatriëren | zou repatriëren | zouden repatriëren | zouden repatriëren | zouden repatriëren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm gerepatrieerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gerepatrieerd | er is gerepatrieerd | |||||||||
verleden | er werd gerepatrieerd | er was gerepatrieerd | |||||||||
toekomend | er zal gerepatrieerd worden | er zal gerepatrieerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gerepatrieerd worden | er zou gerepatrieerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gerepatrieerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gerepatrieerd worden | gerepatrieerd te worden | ||||||||
toekomend | gerepatrieerd zullen worden | gerepatrieerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gerepatrieerd zijn | gerepatrieerd te zijn | ||||||||
toekomend | gerepatrieerd zullen zijn | gerepatrieerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gerepatrieerd | wordt gerepatrieerd | wordt gerepatrieerd | wordt gerepatrieerd | wordt gerepatrieerd | worden gerepatrieerd | worden gerepatrieerd | worden gerepatrieerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gerepatrieerd | werd gerepatrieerd | werd gerepatrieerd | werdt gerepatrieerd | werd gerepatrieerd | werden gerepatrieerd | werden gerepatrieerd | werden gerepatrieerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gerepatrieerd worden | zult gerepatrieerd worden | zult gerepatrieerd worden | zult gerepatrieerd worden | zal gerepatrieerd worden | zullen gerepatrieerd worden | zullen gerepatrieerd worden | zullen gerepatrieerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gerepatrieerd worden | zou gerepatrieerd worden | zou/zoudt gerepatrieerd worden | zoudt gerepatrieerd worden | zou gerepatrieerd worden | zouden gerepatrieerd worden | zouden gerepatrieerd worden | zouden gerepatrieerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gerepatrieerd | bent gerepatrieerd | bent/is gerepatrieerd | zijt gerepatrieerd | is gerepatrieerd | zijn gerepatrieerd | zijn gerepatrieerd | zijn gerepatrieerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gerepatrieerd | was gerepatrieerd | was gerepatrieerd | waart gerepatrieerd | was gerepatrieerd | waren gerepatrieerd | waren gerepatrieerd | waren gerepatrieerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gerepatrieerd zijn | zult gerepatrieerd zijn | zult gerepatrieerd zijn | zult gerepatrieerd zijn | zal gerepatrieerd zijn | zullen gerepatrieerd zijn | zullen gerepatrieerd zijn | zullen gerepatrieerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gerepatrieerd zijn | zou gerepatrieerd zijn | zou/zoudt gerepatrieerd zijn | zoudt gerepatrieerd zijn | zou gerepatrieerd zijn | zouden gerepatrieerd zijn | zouden gerepatrieerd zijn | zouden gerepatrieerd zijn |