rechtsgeleerde
- rechts·ge·leer·de
- samenstelling van recht en geleerde met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechtsgeleerde | rechtsgeleerden |
verkleinwoord | rechtsgeleerdetje | rechtsgeleerdetjes |
de rechtsgeleerde m
- advocaat, appel, cassatie, eis, interpretatie, landsadvocaat, procedure, recht, rechter, rechtspraak, wet, wetstekst
rechtsgeleerde
- verbogen vorm van de stellende trap van rechtsgeleerd
- Het woord rechtsgeleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechtsgeleerde" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be