juriste
- ju·ris·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | juriste | juristes |
verkleinwoord | - | - |
de juriste v
- (beroep) vrouwelijke deskundige op het gebied van recht
- In een kort geding eist Amerikaans juriste Chaka Laguerre een schadevergoeding en een publieke verontschuldiging voor het optreden van de politie tijdens en na haar aanhouding eind januari. [1]
- ▸ Toch vindt een groep behandelaars dat de NZa te ver gaat. "Mensen weten niet dat hun psychiater of psycholoog nu moet registreren wat hun seksuele problemen zijn, hoe erg hun verslaving is of aan welke stoornis ze lijden en dat al die gegevens uiteindelijk bij de NZa belanden", zegt psychiater en juriste Cobie Groenendijk tegen Trouw.[2]
- Het woord juriste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "juriste" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Rueb, T.Amerikaanse juriste begint rechtszaak tegen Haagse politie (3 maart 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-07-06
- ↑ Weblink bron “Kritiek op verplicht aanleveren van informatie ggz-patiënt bij toezichthouder” (21-7-2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
juriste | le/la juriste | juristes | les juristes |