• cas·sa·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord cassatie cassaties
verkleinwoord - -

de cassatiev [3]

  1. (juridisch) vernietiging van een vonnis in hoogste instantie
    • In België is het hof van Cassatie en in Nederland is de Hoge Raad het hoogste gerechtshof beiden controleren of een lagere rechtbank alle regels goed heeft toegepast. 
90 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]