Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cas·sa·tie·be·roep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cassatieberoep cassatieberoepen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het cassatieberoepo

  1. (juridisch) beroep bij het hoogste rechtsprekend orgaan van het land tegen een uitspraak van een lagere rechter

Meer informatie

Gangbaarheid