• re·ac·tief
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen reactief reactiever reactiefst
verbogen reactieve reactievere reactiefste
partitief reactiefs reactievers -

reactief [1]

  1. (scheikunde) van een stof dat deze een reactie kan veroorzaken
  2. achteraf reagerend op een prikkel
    • Elke GGD heeft gedetailleerde draaiboeken en protocollen opgesteld. Het zijn dus de 25 GGD's die niet alleen reactief na een ernstige gebeurtenis, maar ook proactief en preventief moeten optreden bij de ernstige problematiek rond verwarde personen.[2] 
    • Volgens de dj's hebben de beleidsbepalers bij 3FM het wel te lang laten voortkabbelen. "Je moet actief zijn en niet reactief", vindt Laninga.[3] 
enkelvoud meervoud
naamwoord reactief reactieven
verkleinwoord

het reactiefo [4]

  1. scheikundige stof die een bepaalde, gewenste reactie veroorzaken kan
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]