proactief
- pro·ac·tief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | proactief | proactiever | proactiefst |
verbogen | proactieve | proactievere | proactiefste |
partitief | proactiefs | proactievers | - |
proactief
- een competentie die er op duidt dat iemand zowel initiatiefrijk is als goed in het anticiperen, vooruitdenken
Het woord proactief wordt ook wel geschreven als pro-actief. Naar de woordenlijst van de Taalunie is alleen "proactief" de juiste vorm. Het is een nieuw woord en werd in de jaren '90 in de Nederlandse taal geïntroduceerd. Het wordt in professionele organisaties gebruikt en is een veel gebruikte omschrijving die in vacatures voorkomt. In de alledaagse spreektaal heeft het geen rol van betekenis.
- Het woord proactief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "proactief" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be