porte-manteau
- Geluid: porte-manteau (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpɔrtmɑnˈto / (3 lettergrepen)
- por·te-man·teau
- [1] Rechtstreeks te herleiden tot portmanteau word, een term uitgevonden door Lewis Carroll . In het Frans heeft het de taalkundige betekenis enkel in de leenvertaling mot-valise.[1]
- [2] Leenwoord uit het Frans, zie aldaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | porte-manteau | porte-manteaus |
verkleinwoord | - | - |
- (taalkunde) samengetrokken woord dat is gevormd uit het begin van een ander woord, gecombineerd met het eind van nog een ander woord en soms nog met delen van nog meer andere woorden, waarbij alle woordfragmenten een deel van de betekenis van het nieuwe woord uitmaken
- (verouderd) kapstok, kleerhanger
- Een eiken porte-manteau.
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord porte-manteau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Algemeen letterkundig lexicon, 2012
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Trend in Zuid-Korea: etende mensen kijken<, NRC Handelsblad, 5 mei 2017
- ↑ Nieuwe pyjama, ikzegookmaarwat.nl, 12 zapril 2015
- por·te-man·teau
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
porte-manteau | le porte-manteau | porte-manteaus | les porte-manteaus |
porte-manteau m
- kapstok, kleerhanger
- «Un porte-manteau tournant.»
- Een draaiende kleerhanger.
- «Un porte-manteau tournant.»
- (scheepvaart) davit
- (verouderd) manteldrager (v.e. koning e.d.)
- (alle bet.) portemanteau