Paapje (Saxicola rubetra)
  • paap
enkelvoud meervoud
naamwoord paap papen
verkleinwoord paapje paapjes

de paapm

  1. (geschiedenis) (religie) wereldlijk geestelijke bij de Rooms-Katholieke Kerk
  2. (pejoratief) rooms-katholiek
  3. (zangvogels) bepaald soort vogel, Saxicola rubetra  
  • In betekenis 3. "zangvogel" is het verkleinwoord paapje de meer gangbare vorm.
79 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[4]