papenkop
- pa·pen·kop
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papenkop | papenkoppen |
verkleinwoord | papenkopje | papenkopjes |
de papenkop m
- (pejoratief) lid van de rooms-katholieke kerk
- ▸ Ik wil niet flauw zijn en gun hem de mentaliteit van een Gerard Reve: katholiek en homo. Maar Reve heeft zich fel uitgelaten tegen elke papenkop en elke gereformeerde drol die meende dat de homoseksuele liefde geen echte liefde kon zijn omdat Gods zegen er niet op zou rusten.[1]
- Het woord 'papenkop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "papenkop" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron “Het lijkt gerechtvaardigd Tofik Dibi te vragen hoe hypocriet hij nu nog is” (11 november 2015), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be