papendom
- pa·pen·dom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papendom | - |
verkleinwoord | - | - |
het papendom o
- (pejoratief) (religie) de rooms-katholieke geestelijkheid
- een jammerlijk gemiste kans om het papendom eindelijk eens aan het kruis te nagelen [2]
- (pejoratief) (filosofie) de denk- en handelwijze van katholieken
- Het woord papendom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "papendom" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be