overgang
- over·gang
- samenstelling van over en gang [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overgang | overgangen |
verkleinwoord | overgangetje | overgangetjes |
de overgang v
- het overgaan of veranderen in
- De overgang tussen licht en donker is op dit schilderij heel goed te zien.
- ▸ De abrupte overgang van de woestijn naar de hoge Sierra kwam onverwacht hard aan.[2]
- het van een toestand in een andere overgaan
- de plaats waar men iets kan passeren zoals een spoorwegovergang
|
2. het van een toestand in een andere geraken
3. de plaats waar men iets kan passeren
- Het woord overgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overgang" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be