grensovergang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grens·over·gang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van grens en overgang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grensovergang | grensovergangen |
verkleinwoord | grensovergangetje | grensovergangetjes |
Zelfstandig naamwoord
de grensovergang m
- plaats waar men een grens kan overschrijden, grenspost
- Demonstranten blokkeren sinds vanmorgen de grootste grensovergang tussen de Europese Unie en Belarus. Met het protest willen ze een belangrijke transportader voor goederen naar Rusland doorsnijden. [1]
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord grensovergang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.