Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • out
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

out

  1. uit
  2. (sport) uit het spel, buiten de lijn
  3. (informeel) bewusteloos, uitgeteld
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • First out
  • Out of the blue

Werkwoord

vervoeging van
outen

out

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van outen
  2. gebiedende wijs van outen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Bijwoord

out

  1. uit
Hyponiemen
Afgeleide begrippen