dugout bij honkbal
  • dug-out
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘ruimte voor reservespelers’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
  • samenstelling uit het Engels van dug en out
enkelvoud meervoud
naamwoord dug-out dug-outs
verkleinwoord

de dug-outm

  1. in de grond uitgegraven ruimte met overkapping aan de zijkant van het veld waarin de reservespelers en vaak ook de coach verblijven
    • Pas in de 73ste minuut veerde ik even op. Een AZ-speler leverde een onbehouwen vuurpijl af; de bal vloog met een boog naar de zijlijn. Vitesse-coach Henk Fraser stond voor de dug-out. De oud-voetballer stak zijn rechterbeen uit en liet de bal op de buitenkant van zijn herenschoen landen.[2] 
    • 'De reservebank van Roda JC, díe was pas erg', zegt Björn van der Doelen. 'Van die harde, houten banken.' Nee, dan liever de dug-out van PSV, die in zijn tijd nog half onder de grond lag verstopt. 'Onze clubarts Carel van den Brekel rookte als een ketter. Die dug-out leek wel een bruine kroeg.[3]  
85 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[4]