• brown-·out
enkelvoud meervoud
naamwoord brown-out brown-outs
verkleinwoord - -

de brown-outm

  1. (elektrotechniek) een bedoelde of onbedoelde verlaging van de spanning (het voltage) in een elektriciteitsnet
  2. (psychologie) een daling van de betrokkenheid en inzet van een werknemer, doordat zijn werk aan zin of betekenis verliest