voltage
- vol·ta·ge
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘spanning uitgedrukt in volt’ voor het eerst aangetroffen in 1930 [1]
- afgeleid van volt met het achtervoegsel -age [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voltage | voltages |
verkleinwoord | voltagetje | voltagetjes |
- (natuurkunde) de elektrische spanning in volt
- Het woord voltage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voltage" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "voltage" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ voltage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
voltage | voltages |
voltage